Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En dit waren [49]hun woningen, naar hun kastelen, in hun landpalen, [namelijk] van de zonen van Aaron, van het huisgezin der Kahathieten, want dat [50]lot [51]was voor hen. 49. Zie Joz.21:13. Daar worden de steden genoemd, die hun tot woningen gegeven zijn, hoewel de namen wat veranderd zijn, gelijk zulks door langheid van tijden meermalen gebeurt. 50. Dat is, de woning, bij het lot hun toegevallen, was daar. Anders, die loten; te weten, die in de volgende verzen beschreven worden. 51. Hebreeuws, was hun.